Wandelgedichten

route

u loopt de twee trappen af naar beneden
voorbij de deur gaat u naar rechts
vlak voor de brug een stukje naar links
staat uw fiets tegen een lantarenpaal

u doet de fiets van het slot en fietst
terug naar de brug die u oversteekt
vervolgens gaat u rechtdoor - kijk hierbij
goed uit voor voetgangers en politie!

aan het eind van deze straat
slaat u rechtsaf en dan meteen links
u steekt het centraal gelegen plein over
nu is het nog een behoorlijk stuk rechtdoor

ver voorbij de stoplichten buigt de weg
naar rechts, daarna direct links afslaan
bij het eerste woonblok zet u de fiets op slot
u loopt de trap op en trekt beheerst aan de bel

Ruben van Gogh
Uit: Plaatsbepaling (eigen beheer, 1991)

Routebeschrijvende gedichten

Soms vormt een gedicht een af te leggen route. Bovenstaand gedicht schreef ik eind jaren ‘80, toen ik aan de Nieuweweg in Groningen woonde. Als ik het destijds voordroeg en daarbij aangaf waar het gedicht begon, probeerde het Groningse publiek met me mee te reizen. Het grappige was dan dat er een splitsing plaatsvond tussen zij die in gedachten te voet of op de fiets gingen, en zij die dat met de auto deden: zij kwamen op verschillende plekken uit (als zij al niet verdwaalden, want Groningen was in die tijd berucht om zijn ‘circulatieplan’, vol ingewikkelde eenrichtingsverkeer omleidingen).

Routevormende gedichten

Soms ís een gedicht letterlijk een af te leggen route. De Letters van Utrecht bijvoorbeeld, het wekelijks met één letter groeiende gedicht in de straatstenen langs de Oudegracht van de Domstad. Iedere zaterdag verzamelt zich aan het dan huidige eind van dit gedicht een klein groepje mensen rond een letterhakker, om getuige te zijn hoe dit gedicht weer een letter (en straatklinker) langer wordt. Ik mocht de eerste, grofweg 150 letters schrijven, dat loopt tot en met de zinsnede ‘ga maar door nu…’: vanaf daar kunt u dan verder lopen en lezen en zo het het gedicht afleggen tot aan het heden.

Routevolgende gedichten

En soms ligt er een route aan de basis van een gedicht. Recentelijk voltooide ik het wandelgedicht: Zijdebalen – hofdicht wordt stadsdicht. Dankzij een impulssubsidie van de gemeente Utrecht kon ik Arnold Hoogvliets ‘Hofdicht Zijdebalen’ hedendaags herschrijven. In dit gedicht uit 1740 legt Hoogvliet een route af door de dan net voltooide (en intussen allang weer verdwenen) zeer uitgebreide Zijdebalentuin in Utrecht en beschrijft op lyrische wijze wat hij tegenkomt.

Die route heb ik opnieuw afgelegd doorheen een nu stedelijk afwisselend landschap van chique lofts, sociale woningbouw en allerlei vormen van bedrijvigheid en ook ik beschrijf op lyrische wijze wat ik daarbij tegenkom. Vooralsnog is dit gedicht enkel met mij mee te maken tijdens mijn Pedestrial Poetry Zijdebalenwandelingen.

Het begint bij het begin: ‘Een toegangshek, dat zelf de barrière vormt / tot een plek, waar je graag zou willen wezen / maar niet kan zijn…’ Wel met mij natuurlijk, ik neem u mee, op aanvraag. Lees daar hier alles over.

Ruben van Gogh

Pedestrial Poetry Tours, voor 6 – 25 personen. Een mooie manier om Utrecht met andere ogen te bezien. Verzamel een clubje, neem contact op, en ik neem je mee langs de contouren van de Zijdebalentuin, dwars door het Werkspoorkwartier of achter Trijn aan! Ik wandel ook ’s avonds.

Interesse? Neem vrijblijvend contact met me op.

Geef een reactie