OP KLOMPEN Kijk nou, m'n kleren, net lompen, ik moet flaneren op klompen. Ik zou me geeneens met mezelf willen zien, hoe kon ik toch denken dat ik haar verdien – ik kan me wel voor m'n kop stompen. En dan m'n handen, net klauwen, met nagelranden, die rouwen; zo grof en zo smerig, hoe hard ik ook boen. Ze zijn ongeschikt om voorzichtig te doen – ik zou haar niet durven vasthouden. Oh, was ik maar gewoon een rozenkwekerszoon, dan zou ik haar de mooiste rozen geven. Maar waar ik tussen sta, zijn bloemkolen en sla en komkommers, maar die bloeien maar heel even. Kijk nou, m'n kleren, net lompen, ik moet flaneren op klompen. En dan nog dat lichaam met modder d'r aan, hoe kon ik ook denken dat jij me ziet staan – maar m'n hart dat blijft voor jou pompen. Maar die lompen zijn m'n kleren en dat moet ik accepteren alle mogelijke keren dat je hier weer langs zult gaan. Nee, ik mag niet langer treuren, want het moet een keer gebeuren, dat je mij in volle kleuren als je witte prins ziet staan. Oh, was ik maar gewoon een rozenkwekerszoon, een rozenkwekerszoon, gewoon een rozenkwekerszoon. Uit: Afstallen – de musical (Dario Fo Theater, 2012 - 2013)
Voor Dario Fo Theater, tot hun doorstart als Kwekers in de Kunst in het Westland gevestigd, heb ik in de jaren 2006 – 2012, samen met componist Bob Zimmerman, enkele opera’s en musicals geschreven. De laatste was Afstallen, een musical gebaseerd op een gelijknamige eenakter, waarin bejaarde Westlanders verhalen over vroeger vertelden, die dan door de jeugd werden nagespeeld.
Afstallen – de musical
De titel kwam van het gelijknamige werkwoord – jongens die, na een avondje stappen of dansen, hun meisjes thuis brachten en dan ergens op een verborgen plekjes op het erf nog bleven plakken om afscheid van elkaar te nemen: afstallen. In de Fietsenstalling zou zo’n voorstelling in een stad buiten het Westland kunnen heten. Een aantal van die liedjes betrof gezongen varianten van die opgediste anekdotes, andere liedjes kwamen voort uit het door mij bedachte verhaal van een ontmoeting in een bejaardenhuis (dat vroeger dienst had gedaan als school en gemeentehuis) tussen twee voormalige jeugdliefdes wier liefde verboden was door haar ouders, wegens hun standsverschil. Althans, dat dacht hij.
Om schrijfmeters te maken, ben ik toen een aantal dagen in het hotel van Poeldijk gaan zitten. Hoewel ik in mijn herinnering alleen maar eindeloos Angry Birds heb zitten spelen op mijn tablet, kwam ik toch thuis met vijf liedteksten. Die ontstonden grotendeels tijdens mijn dagelijkse wandelingen door het kassengebied, in steeds een eigen zing-zeg-melodie die samenviel met mijn voetstappen. Zo begon ik die op een van die wandelingen te mompelen: “Kijk nou m’n kleren, net lompen, ik moet flaneren op klompen.”
De rest is geschiedenis. Tenminste: in het Westland. En gelukkig op YouTube:
Ruben van Gogh (gemaild op 26/4/2020)
Interesse? Neem vrijblijvend contact met me op.
Expositie: #smartphoneart @deutrechter
In 2023 hangt mijn kunst het hele jaar in Stadsbrasserie de Utrechter, Vredenburg 40, recht tegenover TivoliVredenburg. Lees er hier meer over.